Voorwaartse slag

Een correcte peddelhouding is belangrijk om je lichaam efficiënt te gebruiken. Zit rechtop, hou je schouders ontspannen en de borst naar voren, zodat je rustig kunt ademen. Leun niet achterover in je zitje tijdens het peddelen.

Als je zitje je dwingt om te achterover te leunen, stel het dan even bij.

Hou je benen langs elkaar en je voeten tegen de voetsteunen. Verstel je voetsteunen zodanig dat je knieën een beetje gebogen zijn en druk ze tegen het dek wanneer je extra balans nodig hebt. Onthou dat je efficiënter peddelt met je benen bij elkaar.

Let er ook op dat je voeten goed steunen. Wanneer je je benen niet kunt gebruiken om je bovenlichaam te ondersteunen, zul je minder efficiënt peddelen.

Je bovenlichaam en je benen doen het meeste werk. Je handen gebruik je enkel voor je peddelslagen. Om het principe te leren, kun je het best proberen te peddelen door je bovenlichaam te draaien en je armen daarbij recht te houden.

Wanneer je je peddel in het water steekt, moet je denken dat je jezelf langs de peddel trekt, in plaats van de peddel terug te trekken. Op deze manier leer je efficiënter peddelen.

Aan het begin van de slag is je hele bovenlichaam gedraaid zodat je je peddel ver naar voren kunt brengen. De onderarm is bijna recht. Je bovenarm is ontspannen, licht gebogen en je pols vlakbij je kin.

Druk je voet aan de slagkant tegen de voetsteun. Breng het blad onder water met een steekbeweging. Breng het blad zover en comfortabel mogelijk naar voren en direct naast de kajak.

Start de slag door je lichaam te strekken en hou je onderarm bijna recht. Druk je voet aan de slagkant op de voetsteun om je slag te ondersteunen. Probeer meer kracht te zetten aan het begin van de slag en minder aan het eind. Op deze manier komt de meeste kracht vanuit de sterke spieren van je bovenlichaam en zo ook waneer de peddel in zijn beste hoek is.

De bovenarm is ontspannen, dus kun je je greep wat losser houden. Houdt je bovenste hand op zijn minst op ooghoogte en beweeg zijwaarts om zo je peddel verticaal te houden.

Eindig de slag zodra de trekkende hand op gelijke hoogte is met je buik. De slag verder doorzeten zal enkel de snelheid van de kajak afremmen, aangezien je dan naar beneden trekt.

Haal het blad achterwaarts en vanaf de kajak uit het water. Ophalen op een zodanige wijze dat de ellebogen de beweging leiden, de polsen volgen. Breng je elleboog echter niet boven je schouder. De positie van de bovenarm blijft relatief gefixeerd en volgt de beweging van het bovenlichaam.

Nadat de peddel uit het water is gehaald, bereid je je volgende slag voor. Het bovenlichaam blijft gedraaid, zelfs iets meer, zodat je zover mogelijk naar voren je volgende slag kunt maken.

Oefen nu je slagen in een continu vloeiende beweging. Bedenk dat vooruit peddelen niet hetzelfde is als rechtuit peddelen, dus bekijk ook de volgende instructie.

Voorkomende fouten:
– een slechte houding

– lichaam draait niet mee en peddelen met de handspieren

– peddelslagen continu te ver naar achteren

– de bovenhand te ver naar voren gedrukt, hierdoor komt de peddel in een verkeerde hoek

– kajak schommelt te veel

– polsen worden belast door ze niet te draaien